Warmte

Wanneer u een warme kachel inbeeld, denkt u waarschijnlijk aan de warme lucht die de kamer op een behaaglijke temperatuur brengt. Ook kunnen warme kleren of meubels naast een kachel of open vuur een bekent gevoel zijn.

Waar veel mensen niet bij stil staan is dat dit twee verschillende soorten warmte zijn: warme lucht (convectiewarmte), en stralingswarmte. Om te kunnen beslissen welke kachel ideaal is voor uw situatie, is het belangrijk om bewust te zijn van de verschillen tussen deze twee soorten warmte.

Convectie warmte

Tegenwoordig worden de meeste huizen verwarmd door een cv- of hete luchtinstallatie. Deze verwarmingssystemen werken met convectiewarmte, waarbij de lucht in huis wordt verwarmd door radiatoren. 

Door de luchtcirculatie van de warme lucht verspreidt de warmte zich door de woning. Dit process kan natuurlijk ook worden bereikt met een warme lucht kachel. Vergeleken met stralingskachels, is dit de meer gebruikelijke manier. 

Dit komt doordat vanuit vroeger heen oude huizen slecht geïsoleerd waren, en er veel warmte moest worden verspreid door het hele huis. Vergeleken met de huizen van nu is dit steeds minder noodzakelijk, omdat de huidige geïsoleerde woningen zeer goed zijn in het vasthouden van warmte.

voor- en nadelen

voor- en nadelen

Straling warmte

Stralingswarmte is vergelijkbaar met een zachte zon in uw huis. Net zoals de lekker warme avondzon op een terrasje, verwarmen kachels zoals finovens, speksteenkachels en systeemkachels door middel van infrarode straling. Er zitten hier veel voordelen aan, vooral in geïsoleerde huizen.

De kachel verwarmt namelijk ook als het vuur gedoofd is. De energie uit de verbranding kan opgeslagen worden in massa. Deze massa dient als een accu, waardoor in een goed geïsoleerd huis twee uur stoken genoeg is voor 24 uur constante warmte.

Een groot voordeel is dat verwarmen door middel van straling zeer efficiënt is. Omdat mensen en meubels direct worden verwarmt, zonder dat de aanwezige lucht voor de warmteoverdracht zorgt. Hierdoor hoeft de luchttemperatuur minder hoog te zijn om het toch aangenaam warm te hebben.